Grenzen stellen: hoe?

 

Kinderen hebben grenzen nodig. Grenzen geven duidelijkheid en houvast en creëren daardoor rust en vertrouwen. In een gezin met goede en duidelijke regels zitten kinderen lekkerder in hun vel en groeien ze beter op. Maar hoe doe je dat in de praktijk? Het valt niet mee om te bepalen wat goede grenzen zijn. Moeten ze wel of niet hun bord leeg eten? Mag je zoon die game blijven spelen waar je twijfels over hebt? Moeten ze zelf hun kamer opruimen of doe jij dat (lekker praktisch) toch maar weer een keer? Voortdurend kom je voor situaties te staan waarin je moet kiezen wat je wel en niet goed vindt. En als je dan een grens hebt gesteld, dan kun je daar strijd over verwachten. Kinderen proberen de grenzen uit, spelen hun ouders handig tegen elkaar uit of schoppen er als puber hard tegenaan: ‘Waar slaat dit op? Doe niet zo moeilijk, iedereen mag dit!’

Het ene opvoedboek vindt A een goede grens, terwijl een andere opvoedexpert juist B adviseert. En als je de mensen om je heen om advies vraagt, blijken C, D, E en Z ook nog onderbouwde alternatieven. Je ontkomt er niet aan om je zelf te verdiepen en te beslissen wat jíj vindt, waar jouw grenzen liggen. Hoe duidelijker dit voor jezelf is, hoe beter je het kunt overdragen op je kinderen. Uiteindelijk is het doel dat ze deze grenzen zelfstandig aanhouden, zonder dat jij er bovenop zit.

Verschillende Bijbelgedeelten laten de waarde en het belang zien van onderwijs, vermaning, grenzen en het leren onderhouden van geboden. Spreuken 2 verwoordt heel mooi welke vrucht een kind plukt in zijn leven als het de geboden en het onderwijs van zijn ouders aanneemt.

 

Wat wil je wél?

Maak eens een lijstje van de regels en grenzen in jouw gezin. Tel dan hoeveel er geformuleerd zijn in de categorie ‘doe niet’ en hoeveel in ‘doe wel’. Wat valt je op? Het lijkt makkelijker om te bedenken wat we allemaal niet willen. Negatief gedrag wekt irritatie en frustratie op, dat willen we zo snel mogelijk uit de wereld helpen. Dus zeggen we: ‘Doe niet!’, ‘Laat dat!’ In ons brein heeft dat een bijzondere werking. Het woordje ‘niet’ associeert aan niets specifieks. Datgene wat erachter aan komt, wel. Bij ‘niet schreeuwen’ wordt ‘schreeuwen’ geactiveerd in ons brein. Denk maar eens aan het spelletje waarbij je niet aan een roze kamerolifantje mag denken. Of het bordje ‘niet tegen de ramen tikken’. In je brein wordt iets geactiveerd. Pas daarna volgt de correctie: ‘Nee… juist niet doen’. Als er geen alternatief komt, blijft datgene toch ergens in je hoofd hangen.

Het werkt veel sterker om datgene in het brein te activeren wat je wél wilt! Als je zegt: ‘Vertel het eens rustig’, zul je merken dat je kind zachter en rustiger gaat praten. Benoem het zacht dichtdoen van deuren, en met de deuren slaan zal verminderen. Een bijzondere categorie zijn de beeldschermen. Hoe vaak heb je daar frustratie over in je gezin? In plaats van de focus te leggen op ‘doe dat beeldscherm weg’, kan het effectiever zijn om een alternatief te stimuleren. Het is nu tijd om buiten te spelen of huiswerk te maken. Benoem het gedrag wat je wél wilt. Als je daarmee aan de slag gaat, zul je ontdekken dat er minder strijd ontstaat.

Een leuk testje is om je kinderen te vragen welke regels en grenzen jullie thuis hebben. Zonder te sturen, laat hen zelf vertellen. Vraag hen ook waarom die regels gelden. Dit geeft je een interessante reflectie of de regels duidelijk zijn en vaak ook hoe ze gehandhaafd worden.

 

De ijsbergIJsberg kleinere bestandsgrootte

Van een ijsberg zien we maar een klein gedeelte boven water, verreweg het grootste deel ligt onzichtbaar onder het wateroppervlak. Zo is het ook met het regels en grenzen. We hebben te maken met gedrag wat we aan de buitenkant zien en daar maken we regels voor. Op welke leeftijd mag je een mobieltje, hoe laat ga je naar bed, hoe zit je aan tafel, et cetera. Die regels staan echter niet op zichzelf, maar vloeien ergens uit voort. Het gaat niet om de regels op zichzelf, maar om de waarden die daaronder liggen, onder het zichtbare oppervlak. Zo is de regel dat mobieltjes ’s avonds beneden moeten blijven, bedacht om een goede nachtrust te bewaken. Het gaat om die nachtrust. Niet roddelen heeft te maken met respect voor anderen en naastenliefde. Gezond eten met goed voor je lichaam zorgen en gezond blijven.

Hoe meer je bezig bent om deze waarden over te brengen, hoe duidelijker die worden voor je kinderen. Als ze met het ouder worden ontdekken dat de regels en grenzen in huis nauw verbonden zijn met de waarden die voor jullie belangrijk zijn, dan zullen ze er meer begrip voor hebben en eerder geneigd zijn zich eraan te houden. Ook als situaties veranderen en zich nieuwe omstandigheden voordoen (weer een nieuwe game op de markt, nieuw speelgoed, andere uitdagingen), dan kun je terugvallen op die waarden en aan de hand daarvan bepalen hoe je ermee om wilt gaan. Als je kind volwassen is, zal hij zijn eigen regels en grenzen bepalen. Hoe meer hij zich deze waarden eigen gemaakt heeft, hoe beter hem dit zal lukken.

Een goede grens:
– Is concreet en duidelijk
– Past bij de leeftijd en de situatie
– Is haalbaar
– Is uit te leggen, heeft een reden
– Heeft een passende consequentie bij overtreding

 

Over de grens

Als je kind over de grens gaat, dan is er actie noodzakelijk. Niet zozeer om politieagent te spelen, maar veel meer om de waarde die voor jou belangrijk is, duidelijk te maken. Als jij daar laks mee omgaat, leert je kind dat het geen al te grote waarde heeft en zal het niet snel iets van hemzelf worden. Welke consequentie een overtreding heeft, hangt natuurlijk af van de situatie, het kind, de leeftijd en de ernst van de overtreding. Soms is een strenge blik voldoende, soms is een straf noodzakelijk. Laat het de relatie met je kind niet verstoren; laat merken dat je nog net zoveel van hem houdt en bewaak de verbinding met elkaar.

Hét fundament waar onze waarden op gestoeld zijn, is natuurlijk de Bijbel. Het Grote Gebod houdt in dat we God op de eerste plaats in ons leven zetten en onze naaste liefhebben als onszelf. God vraagt soms moeilijke dingen van ons, stelt grenzen die we niet altijd leuk vinden of begrijpen en Hij leert ons het belang van de ander te zoeken. Door onze kinderen van jongs af aan op een goede manier te leren omgaan met grenzen, kunnen wij hen op weg helpen in hun wandel met God.

Tip: In dit artikel vind je meer tips en informatie over grenzen, belonen en straffen.

 

 

N.B. Dit artikel is in november 2017 gepubliceerd in het tijdschrift ‘Uitdaging’.