Jeugdpastoraat
Als mijn kinderen horen dat Naomi* komt, breken ze uit in luid gejuich. Dit kleine blonde meisje van twee brengt met haar pretoogjes en peuterpraat altijd veel vrolijkheid en plezier in ons gezin. Ze schaterlacht om een gek geluidje, buigt zich diep peinzend over een blokje dat niet wil blijven staan en rent vol enthousiasme achter een blaadje aan dat voorbij dwarrelt op de wind. Ze zet ons stil bij het hier en nu. Bij de kleine, mooie dingen die God geeft, waar ik vaak zo gemakkelijk aan voorbij ga. Ze is nog klein en heeft veel zorg nodig, maar toch leert zij de mensen om haar heen zoveel wijze lessen. Zij laat me elke keer weer zien hoe alle leeftijden in de gemeente een belangrijke rol hebben, van jong tot oud.
Jezus zegt niet voor niets tegen volwassenen: ‘Wie niet wordt als een kind, zal het Koninkrijk van God beslist niet binnengaan’ (1). Door de hele Bijbel heen laat God zien hoe belangrijk het is dat we oog voor kinderen hebben, dat we samen verantwoordelijk voor hen zijn, ze serieus nemen en dat we goed voor hen zorgen. Dat valt niet altijd mee! Kinderen zijn niet altijd vrolijk en stralend, ze kunnen soms ontzettend dwars, boos en opstandig zijn. En er gebeuren moeilijke dingen in hun leven. Ze kunnen evenzeer als wij beschadigd raken. Juist op die moeilijke momenten hebben ze ons het meest nodig. Nu de jeugdhulpverlening steeds beperkter wordt en de overheid de zorg voor elkaar meer terug legt in de samenleving, roept dit de vraag op wat je als kerk kunt betekenen op dit vlak. Er komt veel op ze af en er is veel verdriet en gebrokenheid. Jezus zei: ‘Laat de kinderen tot Mij komen en verhinder ze niet‘ (2). Eerder zei Hij: ‘En wie zo’n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij’ (2). Wij mogen de kinderen ontvangen in Zijn Naam, hen onderwijzen, beschermen, liefhebben en zorg voor hen dragen. Wij mogen ervoor zorgen dat ze God leren kennen en tot Zijn eer zullen leven, wat er ook gebeurt. Maar hoe?
Het belang van goed kinder- en jeugdpastoraat
Kinderen zijn nog volop in ontwikkeling en nog sterk afhankelijk van hun omgeving. Dit maakt hen extra kwetsbaar. Ze zijn nog bezig om een beeld te vormen van zichzelf, van anderen, van de wereld en van God. De patronen in hun leven worden nog gelegd. Beschadigingen die in de kindertijd ontstaan, hebben daarom een extra grote impact; ze kunnen levenslang invloed hebben. Denk maar aan de bouw van een toren. Als onderin de stenen scheef gestapeld staan, zetten ze de hele toren scheef! Wil je de toren recht krijgen, dan kun je het beste onderin meteen de stenen recht zetten. Wacht je tot de toren groot is, dan is het een ontzettende klus om alles recht te krijgen; het is zelfs maar de vraag of dat nog lukt. Zo is het ook in de pastorale zorg. Regelmatig komen in het volwassenpastoraat zaken naar boven die hun oorsprong vinden in beschadigingen uit de kindertijd. Hoe veel mooier en beter is het als je al meteen in het begin aan herstel kunt werken in het leven van een kind!
Het bovenstaande figuur laat dit heel duidelijk zien.
Punt 1. Gebeurtenis
Bij punt 1 maakt het kind een ingrijpende gebeurtenis mee. Dit kan van alles zijn: echtscheiding van zijn ouders, verhuizing, gepest worden, overlijden van een oma of opa of het overlijden van een huisdier bijvoorbeeld. Zaken die voor hén belangrijk zijn en indruk maken. Als reactie vertraagt hun ontwikkeling: zij hebben hun energie nodig om de gebeurtenis te verwerken. In welke mate dit is, hangt natuurlijk af van de ernst van de gebeurtenis en van het karakter en de weerbaarheid van het kind.
Je merkt de vertraging in de ontwikkeling bijvoorbeeld doordat het kind emotioneler en meer primair reageert, of hij kan zich minder goed concentreren, haalt lagere cijfers op school, heeft minder plezier in de dingen die hij normaal leuk vindt, is wat rustelozer of trekt zich terug. Soms vallen kinderen tijdelijk terug in ontwikkeling: ze gaan weer bedplassen, kruipen op schoot of willen weer met hun knuffel slapen. Tieners en jongeren kunnen heftige emotionele schommelingen hebben (meer dan normaal J) of vluchten in ongezond gedrag (eten, gamen, middelengebruik, automutilatie, shoppen, etc). Om iets te kunnen betekenen, is het belangrijk snel te signaleren dat er iets mis is.
Punt 2. Interventie
Het belang van KJP kun je hier heel goed zien. Stel dat je niets zou doen, dan ontstaat er blijvende schade aan de ontwikkeling van het kind (zie de rode lijn). De impact van gebeurtenissen in de kindertijd zijn enorm, omdat het kind nog in ontwikkeling is. Het is nog in het proces om zich een beeld te vormen van de wereld, van zichzelf, van mensen en van God. In de volwassen hulpverlening merk je dat veel problemen die op latere leeftijd boven water komen, hun oorsprong vinden in gebeurtenissen uit de kindertijd.
Tegelijk laat dit punt iets ongelooflijk bemoedigends zien. Wanneer je goede hulp en ondersteuning biedt, zijn kinderen en jongeren in staat om te herstellen! De blauwe lijn laat dit zien. Het gearceerde gedeelte laat zien hoe groot de schade is die er ontstaat. Hoe dichterbij punt 2 zit bij punt 1, dus hoe eerder je start met hulp, hoe kleiner de schade is.
Punt 3. Effect
Uiteindelijk zie je wat het effect is van goede pastorale zorg. Het kind bereikt misschien niet het hetzelfde niveau als wanneer de ingrijpende gebeurtenis niet had plaats gevonden, maar hij kan daar wel heel dicht bij in de buurt komen. Soms stijgen kinderen daar zelfs bovenuit, omdat ze door het hele proces belangrijke lessen geleerd hebben en dichter naar God zijn toegegroeid, waardoor ze steviger staan dan daarvoor. Het verschil tussen de rode en de blauwe lijn is hier heel goed te zien. Wanneer je geen hulp en ondersteuning biedt, is de schade groot en heeft de gebeurtenis blijvende gevolgen, die het kind zwakker maken.
Kinderen hebben een bijzonder groot herstellend vermogen. Wanneer je betrokken bent en goede zorg biedt, kunnen ze zich door heel moeilijke en ingrijpende omstandigheden heen slaan en deze goed verwerken. Als je naar het proces van herstel kijkt, lijkt het wel alsof je ze gedragen ziet worden door God Zelf. Dit maakt kinderwerk, jeugdwerk en vooral jeugdpastoraat tot iets heel belangrijks en waardevols. Goede zorg en begeleiding draagt vrucht, niet voor even maar voor het hele leven! Je bent bezig met het vormen, herstellen en sterk maken van de volgende generatie christenen. Zodat zij op hun beurt straks de generatie sterk kunnen maken die na hén komt.
Opdat zij hun vertrouwen op God stellen
Verdriet en lijden zijn voor volwassenen al moeilijk te plaatsen; voor kinderen die situaties niet goed kunnen overzien, geldt dit helemaal. Moeilijke dingen roepen veel geloofsvragen op: ‘Waarom laat God dit gebeuren?’, ‘Luistert God wel als ik bid?’, ‘God zou me toch beschermen?’ Het beeld dat ze hebben van God en van het leven, klopt niet met wat er gebeurt. We moeten hun beeld daarom verder aanvullen, verdiepen, completer maken. God beschermt hen, maar dat betekent niet dat er geen erge dingen zullen gebeuren. God houdt van hen, maar toch zal het leven niet altijd fijn zijn. Wat belooft God dan wél? Laat ze hun vragen stellen. We vatten dit vaak op als ongeloof, maar heel vaak zijn dit oprechte vragen die een opening zijn om dieper te graven in de Bijbel, om dingen beter te onderzoeken. Zodat ze God beter leren kennen. In Psalm 78 staat dat we onze kinderen al Gods daden en Zijn woorden moeten vertellen. Waarom? Zodat zij hun hoop op God stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden in acht nemen. Hoeveel kinderen verliezen hun vertrouwen in God, omdat ze in moeilijke situaties geen begeleiding krijgen?
Het proces van heiliging – door het kennen van God en het volgen van Jezus Christus – staat centraal in het kinder- en jeugdpastoraat. Het is de opdracht van Jezus aan zijn volgelingen: ‘Laat de kinderen tot Mij komen’. Samen met God staan ze sterk, kunnen zij de zonde overwinnen en tot zegen zijn. Hij is het die hen herstelt, op Hem zijn onze ogen gericht. God wijst de weg ten leven (4). In het Hogepriesterlijk gebed zegt Jezus: ‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus die U gezonden hebt’ (5). We richten ons dus niet op de buitenkant, maar op de bron, het hart. Want van daaruit volgen immers iemands woorden, gedachten, keuzes, gedrag, en gevoelens.
Een specifieke benadering
De pastorale zorg voor kinderen en jongeren vraagt op veel punten een totaal andere benadering dan volwassenpastoraat. In de eerste plaats omdat ze nog volop in ontwikkeling zijn; ze zijn nog op weg naar volwassenheid. Om die reden bekijken ze zaken anders, denken ze anders en redeneren ze anders. Ze kunnen nog niet alles begrijpen, overzien of onder woorden brengen. We kunnen nog geen volwassen gedrag van hen verwachten en zullen onze verwachtingen en doelstellingen moeten laten aansluiten bij hun leeftijd, niveau en karakter. Maar ook onze werkwijze en manier van communiceren moeten daarbij aansluiten! Daarnaast verandert hun leefwereld razend snel. Dit vraagt van de pastoraal werker best veel vaardigheden en een goede kennis van hun ontwikkeling en van hun leefwereld.
Ten tweede zijn kinderen nog niet zelfstandig en vallen nog onder de verantwoordelijkheid van hun ouders. Ze kunnen dus veel minder invloed uitoefenen op bepaalde omstandigheden en gebeurtenissen van hun leven dan volwassenen dat kunnen. Veel vaker gaat het in het kinder- en jeugdpastoraat om zaken waar ze mee moeten leren omgaan, dan zaken die ze zelf kunnen veranderen of beïnvloeden. Je kunt niet buiten de ouders om pastorale zorg verlenen aan een kind. Een goede afstemming met ouders is daarom van wezenlijk belang. Het vraagt soms veel wijsheid om het vertrouwen van zowel ouders als kind te winnen en te bewaren.
Een ander groot verschil is dat kinderen en jongeren in het algemeen niet zo snel zelf aan de bel trekken als ze ergens mee rondlopen. Bij volwassenpastoraat kun je de gemeenteleden informeren wie het pastorale team is, wat ze doen en hoe ze te bereiken zijn. Kinderen en jongeren zullen niet zo snel de stap zetten richting een pastoraal werker. Zij geven veel eerder signalen af aan iemand die dichtbij hen staat en die zij vertrouwen. Dit zijn vaak de kinderwerkers of jeugdleiders in de gemeente. Om deze signalen op te vangen en om goed op die signalen te reageren, hebben zij toerusting nodig. Zij kunnen echter niet alle pastorale zorg op zich nemen, dit zou een veel te grote belasting worden. Een nauwe samenwerking en goede afspraken zijn nodig tussen jeugdpastoraat, kinderwerk en jeugdwerk om het proces goed te laten verlopen.
Verweven in de gemeente
De gemeente wordt in de Bijbel met verschillende beelden vergeleken. Eén daarvan is die van het lichaam. Zoals het lichaam uit verschillende lichaamsdelen bestaat met ieder hun eigen aard en functie, zo bestaat ook de gemeente uit verschillende leden, met ieder hun eigen rol. Ondanks die verschillende rollen is het lichaam één geheel. Zo moet het ook in de gemeente zijn. Alle leden dragen gelijke zorg voor elkaar. De delen die het meest kwetsbaar zijn, verdienen extra zorg en aandacht. Of het nu het onderwijs is op zondagmorgen, de toerusting van ouders, het kinderwerk, het jeugdwerk, het elkaar ontmoeten door de week: al die facetten dragen er op hun eigen manier aan bij dat kinderen en jongeren veilig en goed opgroeien, dat zij zorg, bescherming en onderwijs ontvangen. De gemeente als een eenheid, waar zij zich veilig en geliefd weten.
Zéker kinder- en jeugdpastoraat kan niet een eiland zijn dat los staat van het geheel. Je kunt een prachtig team pastoraal werkers hebben, maar als er binnen de gemeente niet gesignaleerd wordt dat een kind met een probleem rondloopt, dan kun je de zorg die nodig is niet verlenen. Is binnen de gemeente niet bekend wie jullie zijn en wat jullie doen, dan zullen mensen die de signalen wel opvangen, daar nog steeds niet mee naar jullie toe gaan. Het gaat zelfs nog verder. Je hoeft in veel gevallen niet eens te wachten tot een kind signalen afgeeft. Wanneer ouders in een echtscheiding zitten, dan wéét je al dat hun kinderen extra zorg en aandacht nodig hebben. Is er een ernstig zieke of overlijdensgeval in een gezin, dan hoef je niet te wachten tot de kinderen zich melden. Andersom werkt het ook: wanneer het met een kind niet goed gaat, dan is dat moeilijk voor ouders. Binnen de gemeente zou je direct iets kunnen ondernemen om niet alleen voor het kind te zorgen, maar ook de ouders te ondersteunen. Een goede samenwerking met het volwassenpastoraat maakt beide teams sterker en effectiever.
Wil je kinder- en jeugdpastoraat goed organiseren, dan moet je het verweven met de structuren en processen die er binnen de gemeente zijn. Zowel de zorginhoudelijke als de beleidsmatige kant zijn absoluut noodzakelijk om het goed te laten verlopen. In veel gemeentes waar mensen met kinder- en jeugdpastoraat aan de slag gaan, is de aandacht volledig op de zorginhoud gericht. De kans is groot dat het dan een project wordt van een klein groepje mensen met een enorme beperking in tijd, capaciteit, kennis en draagkracht. Wanneer je de organisatie en structuur goed doordenkt en neerzet, kun je ontzettend veel meer bereiken. Het wordt iets van de hele gemeente, waar je veel natuurlijker meer gemeenteleden in kunt betrekken. Je waarborgt de continuïteit en verhoogt de kwaliteit van de zorg die je als gemeente biedt aan kinderen en jongeren.
Hoe is het in jouw gemeente?
Als je kijkt naar je eigen gemeente, hoe is daar de pastorale zorg voor kinderen en jongeren geregeld? De volgende vragen kunnen je helpen om daar een beeld van te krijgen:
- Hoeveel kinderen en jongeren zijn betrokken bij je gemeente?
- Wat zijn de sterke punten van je gemeente in de zorg voor kinderen en jongeren?
- Welke punten vragen om versterking en verbetering?
- Hoe goed zijn de kinder- en jeugdwerkers toegerust om signalen te herkennen?
- Is er een team voor kinder- en jeugdpastoraat?
- Welke prioriteit heeft kinder- en jeugdpastoraat in de gemeente? Staat het in de top tien bij de gemeenteleiding?
- Hoe worden ouders toegerust en ondersteund?
Zeker in deze tijd kunnen we als kerken een groot verschil maken in de levens van deze kwetsbare jonge mensen. Dit vraagt tijd en aandacht. Maar is het die investering niet dubbel en dwars waard? Als God ons de opdracht geeft, zal Hij ons dan ook niet leiden als we gehoor geven aan Zijn stem?
Aan de slag met jeugdpastoraat
Wil je de zorg voor kinderen en jongeren in jouw gemeente goed organiseren? Het implementeren in de bestaande structuren en processen van jouw eigen gemeente, zodat het een lange termijn effect heeft en niet afhankelijk wordt van individuen? Volg dan de Beleidscursus Jeugdpastoraat, die we speciaal daarvoor hebben ontwikkeld op basis van onze jarenlange ervaring. In drie avonden werken we aan visie, kennis en vaardigheden om pastorale zorg voor kinderen en jongeren structureel vorm te geven binnen je eigen kerkelijke gemeente. Je krijgt advies, ondersteuning en praktische tips en tools, waarmee je aan een visie en een plan werkt voor je eigen gemeente. Allerlei thema’s passeren de revue, zodat je goed toegerust bent en ook in staat bent om anderen binnen je gemeente mee te nemen in de plannen en de uitwerking daarvan.
Daarnaast bieden we allerlei specifieke trainingen en cursussen op het gebied van jeugdpastoraat.
In samenwerking met het Evangelisch College hebben we een cursus van drie avonden ontwikkeld speciaal voor tiener- en jeugdleiders, gericht op de praktijk: hoe kun je als jeugdleider naast jongeren gaan staan en hen op een goede manier coachen en begeleiden?
We denken graag met je mee en helpen je graag op weg om de zorg voor kinderen en jongeren in jouw omgeving te versterken. Heb je een vraag, een moeilijke situatie of ben je op zoek naar toerusting of materialen? Neem gerust contact met ons op.
Anderen inspireren om aan de slag te gaan?
Speciaal daarvoor hebben we dit filmpje gemaakt!
* Naomi is niet haar echte naam
(1) Mattheüs 18:3
(2) Mattheüs 19:14
(3) Mattheüs 18:5
(4) Psalm 16:11
(5) Johannes 17:3
N.B. Een bewerking van dit artikel is in december 2016 gepubliceerd in Metamorfose, magazine van het Centrum voor Pastorale Counseling.