Oorzaken risicogedrag
Sigaretten, alcohol, cannabis en al die andere verslavende middelen of gewoonten: waarom beginnen jongeren daar aan? Zelfs jongeren die heel goed weten wat de risico’s en gevaren ervan zijn, of die eerder in hun leven gezegd hebben er nooit aan te beginnen. Wanneer je weet welke factoren de verslaving van een jongere in gang gezet hebben of in gang houden, kun je hem veel adequater helpen om van zijn verslaving af te komen. Begrijpen waarom jongeren starten met verslavende middelen of gewoonten helpt ook om preventief aan de slag te gaan en te voorkomen dat jongeren in een verslaving terecht komen.
We hebben tien mogelijke redenen waarom jongeren gaan gebruiken op een rijtje gezet. Vaak is het een combinatie van meerdere factoren die een rol spelen.
1. Worstelen met de acceptatie van je eigen identiteit
In de puberteit ben je op zoek naar wie je bent, je wordt je bewuster van je positieve en de negatieve kanten en van wat je wel en wat je niet kunt. Veel pubers worstelen met hun identiteit en met het accepteren van zichzelf. Jongeren met een negatief zelfbeeld zijn eerder geneigd om verslavende middelen te proberen of verslavende gedragingen te ontwikkelen.
2. Heftige pijn, verdriet of boosheid
Jongeren die heftige pijn, verdriet of boosheid ervaren en zich daar geen raad mee weten, kunnen op zoek gaan naar middelen of gedragingen om deze emoties te verdoven. Ingrijpende gebeurtenissen zoals scheiding van je ouders, rouw om een geliefde of het steeds maar weer moeten presteren kunnen dit veroorzaken, maar ook emoties die langere tijd spelen, die niet goed worden verwerkt en steeds verder wortel schieten.
3. Onveilige thuissituatie
Een thuissituatie is onveilig wanneer er sprake is van huiselijk geweld of verwaarlozing, maar ook wanneer er veel stress of psychische druk in het gezin is. Jongeren die opgroeien in zo’n situatie zijn vatbaarder voor het ontwikkelen van verschillende problemen, waaronder verslaving en risicogedrag.
4. Onvoldoende voorbereid
Kinderen en jongeren die weinig kennis hebben van de werking en gevaren van verslavende middelen en gewoonten, zijn eerder geneigd ze uit te proberen. Hetzelfde geldt voor jongeren die niet voorbereid zijn op groepsdruk of die niet geleerd hebben om te gaan met emoties, verantwoordelijkheid of keuzes maken. Preventie loont, is meermaals bewezen. Die preventie moet dan wel gebeuren!
5. Negatief of geen toekomstperspectief
Jongeren die geen positief vooruitzicht hebben (of denken te hebben), kunnen de gedachte ontwikkelen ‘dat het allemaal toch niet meer uitmaakt’ en zullen eerder ongezonde keuzes en risicogedrag ontwikkelen. Een positief toekomstperspectief en een doel of droom nastreven helpen om goede keuzes te maken.
6. Nieuwsgierigheid
Mensen zijn nieuwsgierig van aard; kinderen en jongeren helemaal. Zeker verslavende middelen en gedragingen wakkeren die nieuwsgierigheid aan: Wat is er allemaal? Hoe zou het zijn? Het is belangrijk dat jongeren zichzelf leren beheersen en leren dat niet alles hoeft te worden geprobeerd. Ervan af weten en de gevolgen van te voren overzien voorkomt verkeerde beslissingen.
7. Groepsdruk en beïnvloeding
Ieder mens wil deel uit maken van een groep, wil geaccepteerd worden en erbij horen. In de puberteit is die behoefte helemaal groot. Wanneer de norm van je vrienden is dat gebruik van middelen of bepaalde gedragingen normaal zijn, dan is het lastig om hier ‘nee’ tegen te (blijven) zeggen. Enerzijds door groepsdruk, anderzijds omdat jongeren door de groep beïnvloed worden in hun opvatting over gebruik, gedrag, leefstijl en keuzes.
8. Toegankelijkheid
Jongeren die (makkelijk) toegang hebben tot bepaalde middelen of gewoonten, zullen sneller overgaan tot gebruik ervan. Hebben ze bijvoorbeeld vrienden die gebruiken, dan is het eenvoudig om via hen aan de middelen te komen. Is er tabak of alcohol in huis, onbeveiligd internet of andere opties voor risicogedrag, dan is de stap sneller gezet.
9. Verveling
Momenten van verveling zorgen ervoor dat jongeren op zoek gaan naar afleiding; een spannende ervaring, sensatie of iets dat hen prikkelt. Ongezonde keuzes liggen dan dichtbij. Nuttig bezig zijn, werken, leren, verdiepen in een onderwerp, sporten en hobby’s voorkomen een verkeerde tijdsbesteding en het op zoek gaan naar iets anders.
10. Stoer willen zijn
Jongeren zijn aan het ontdekken wie ze zijn en wie ze zouden willen zijn. Ze vergelijken zich met anderen, willen graag bewondering en respect krijgen en willen niet onderdoen voor anderen. Wanneer ze de overtuiging hebben dat het stoer is om verslavende middelen te gebruiken, groeit het risico dat ze die stap ook werkelijk zetten.
TOELICHTING
De hierboven genoemde punten zijn factoren die met name op individueel niveau een rol spelen bij middelengebruik of andere verslavingen. Tot een bepaalde hoogte kun je als volwassene preventief of curatief een rol spelen bij deze factoren. Daarnaast zijn er andere factoren die invloed hebben. Van de Stel (2007) deelt ze in vier categorieën; biogenische, psychosociale, interpersoonlijke en cultuur & samenleving.
Een schematische weergave: